Genderbeleid in het lokale bestuur: goede voorbeelden uit Europa

Genderbeleid in het lokale bestuur: goede voorbeelden uit Europa

Zodra de nieuwe zitjes in de gemeenteraden verdeeld zullen zijn, is het zaak om werk te maken van een sterk beleid. En daar hoort ook een sterk gelijkekansenbeleid bij. Enkele good practices uit Europa.

Op 12 januari 2007 heeft België een wet aangenomen om de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te bevorderen door de genderdimensie te integreren in de Belgische federale beleidsstructuren. Gendermainstreaming is dus niet langer een vrijblijvend engagement, het is voortaan een wettelijke verplichting. Ook de toenmalige commissaris-generaal van de federale politie, Catherine De Bolle, tekende in 2013 het eerste ‘Charter van gelijkheid tussen vrouwen en mannen, gelijke kansen en diversiteit’.

In de steden en gemeenten bestaat er echter geen gestructureerde aanpak. In 2016 werd via een  omzendbrief aan de Brusselse gemeenten aangeraden om aan genderbudgeting te doen, maar van monitoring is geen sprake. Het Europees charter voor gelijkheid van vrouwen en mannen op lokaal vlak werd ondertekend door slechts 15 Belgische gemeenten. Het gaat om Anderlecht, Ath, Sint-Agatha-Berchem, Brussel, Etterbeek, Evere, Gesves, Hannut, Huy, Elsene, Jette, Sint-Joost-ten-Node, Schaarbeek, Sint-Pieters-Woluwe en Luik (provincie).

In het totaal tekenden 1.730 Europese gemeenten uit 35 landen dit charter, dat ontwikkeld werd door de Raad van Europese Gemeenten en Regio’s in samenwerking met de vereniging-leden en gelanceerd werd in 2006. Bijna 2.000 ondertekenaars lijkt veel maar is weinig, en een ondertekening staat bovendien niet garant voor echte actie. Allicht heeft één en ander te maken met het feit dat 85% van de Europese burgemeesters en 65% van de Europese gemeenteraadsleden mannen zijn.

Het charter omvat verschillende domeinen, zoals politiek, structurele maatregelen rond gelijkheid, ruimtelijke ordening en stadsplanning maar ook de taak van de werkgever. De inspanningen van de gemeenten kunnen gemonitord worden aan de hand van 76 indicatoren die beantwoorden aan de 30 verschillende artikelen van het Charter.

Enkele good practices:

  • Het Equality Office in het Zwitserse Bern biedt burgers, bedrijven en overheidsdiensten informatie over gendergelijkheid, vooral in de professionele context. Zo worden o.a. cursussen aangeboden over omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag of het promoten van een betere work-life balance. Het Equality Office werkt eveneens met een software, LOGIB, die loongegevens gratis en anoniem analyseert, waardoor de gebruiker een overzicht krijgt van de loonkloof in een organisatie. Meer informatie over deze ‘equal pay self test tool’.
  • Wenen maakt sinds 2002 werk van gendermainstreaming en –budgeting. De Oostenrijkse hoofdstad ontpopte zich tot modelstad inzake gendergelijkheid. Enkele voorbeelden: om de veiligheid te verhogen werden parken, voetpaden en fietsenstallingen beter verlicht. Ondergrondse parkeergarages kregen extra veiligheidspersoneel en camera’s en de plaatsen dichtbij de uitgang werden voorbehouden voor vrouwen. Kinderopvangcentra en scholen zetten in op gendergevoelige opvoeding, wat betekent dat het personeel zowel mannelijk als vrouwelijk is, en de speelruimtes en het speelgoed gescreend worden op genderstereotypering. Ook werd gezorgd voor aangepast sanitair en rustbankjes op de begraafplaatsen nadat onderzoek leerde dat de bezoekers vooral oudere vrouwen zijn. Tot slot lanceerde Wenen ook een bewustmakingscampagne voor burgers en stadspersoneel. Daarbij kregen de figuurtjes op o.a. signalisatieborden een geslachtsverandering.
  • Elsene was de eerste Belgische gemeente die aan genderbudgeting deed, dankzij de inspanningen van de schepen van Stedenbouw Viviane Teitelbaum. Door kredieten op te delen in categorieën worden de schepenen gedwongen om een genderbril op te zetten, nieuwe prioriteiten te stellen en programma’s te heroriënteren. De categorieën gaan van ‘neutraal’ (bureaumateriaal, verhuur van lokalen, verbruik van water en energie…), ‘genderspecifiek’ (subsidies voor vormingen rond gendermainstreaming, lonen van ambtenaren die werken rond gendergelijkheid of diversiteit, kinderopvang…) en ‘potentieel gendergevoelig’ (verlichting in de publieke ruimte, toegang tot zogenaamde vrouwelijke of mannelijke beroepen in bv. openbare netheid, sportinfrastructuren, musea of bibliotheken, toegang tot vormingen of promotie, werkgelegenheid…)
  • De Spaanse stad Cordoba stelde vast dat vrouwen zich minder vlot dan mannen verplaatsten in de stad. Velen hebben geen auto of rijbewijs en zijn afhankelijk van het weinig efficiënte openbaar vervoer. Bovendien is het mobiliteitsbeleid volledig afgestemd op privé-auto’s en pendeltrajecten. Door 1.500 vrouwen te bevragen over hun verplaatsingsgewoonten en het principe van gendermainstreaming binnen te loodsen in de stedelijke mobiliteitspolitiek, kan Cordoba een gendervriendelijker beleid uitstippelen.

Lees meer goede voorbeelden op http://www.charter-equality.eu/

Ook zij-kant heeft enkele voorstellen voor een gendergelijk gelijkekansenbeleid. Ons 8-puntenplan vind je hier.